Een tweede leven
Vandaag ben ik 10 jaar clean. 10 jaar vrij van alle geestvernauwende middelen, en dat waren er nogal wat. Ik wandel dus (meestal fluitend) volledig abstinent door het leven. Vooral dat laatste vind ik belangrijk om te benoemen. Ik spreek regelmatig mensen die claimen “clean” te zijn van hun verslaving maar als ik dan doorvraag zeggen ze bijvoorbeeld nog wel te drinken. En dat moeten ze zelf weten, maar dan ben je in mijn beleving niet clean. Ik geloof dus niet in gecontroleerd gebruiken, laat dat duidelijk zijn. Als iemand écht verslaafd is aan middelen en dat is dus ook alcohol (ik zal een aparte blog wijden aan mijn definitie van verslaving), ben je jezelf voor de gek aan het houden als je denkt gebruik in de hand te kunnen houden. Voor mij is het in ieder geval heel duidelijk: Het is alles of niets.
Enfin, 10 jaar is een mooi rond getal, dus ik vond het een mooi moment om er wat mee te doen. Daarbij ben ik sinds dit jaar langer in herstel dan dat ik in actieve verslaving heb gezeten. Het grootste gewin dat ik met herstel bereikt heb is dat ik me geen leven meer voor kan stellen mét middelen. Waarbij dat in het eerste jaar van mijn herstel precies het tegenovergestelde was. Het was heel hard werken. En het leverde in het begin vaker niet dan wel het resultaat op waar ik zo naar hunkerde: Mezelf zo snel mogelijk weer gelukkig voelen. Ik had een zogenaamde “quick-fix” mindset: Iets tot me nemen en me op korte termijn even goed voelen. En juist mijn hele manier van denken en handelen moest veranderen. Clean worden en blijven heeft niks te maken met een quick fix. Hou het klein, “keep it simple” en verwacht er vooral niet teveel van in het begin. Na een detox van 3 dagen was ik er fysiek wel weer redelijk bovenop, maar het mentale aspect kan jaren duren. Ik had bijna 10 jaar op regelmatige basis alcohol en drugs gebruikt, dus ik moest niet verwachten dat ik binnen enkele weken weer “de oude” was. En welke “oude”? Die puber van 16 die ik was toen ik eraan begon? Ik was qua leeftijd dan wel volwassen, mijn emotionele ontwikkeling liep ver achter omdat ik alles onderdrukt had met gebruik in al die jaren: Onzekerheid, boosheid, angsten, en in feite ook puur en zuiver geluk. Ik had eigenlijk geen idee wat dat laatste dan zou moeten zijn. Ik moest mezelf letterlijk gaan uitvinden. Mijn hele identiteit: Wie ben ik? Waar sta ik voor? Wat maakt mij de moeite waard? Wat blijft er van me over nu het masker af gaat van de amicale jongen die altijd in is voor een feestje: de gangmaker; de sloopkogel die van geen ophouden weet.
Ik was in het begin van mijn herstel met vlagen een wandelende lege ziel waar dus nauwelijks nog leven in zat. Ik wist totaal niet hoe ik mijn leven invulling moest gaan geven, er was simpelweg heel weinig wat me boeide. En al stond ik zelf achter een opname in een kliniek, voor mijn gevoel was er heel veel van me “afgenomen”: Vrienden, feestjes, avonturen, gezelligheid, en uiteraard ook de middelen die ik gebruikte. Want het was natuurlijk niet alleen maar kommer & kwel anders had ik al veel eerder in een kliniek gezeten. Ik moest niet alleen afkicken van middelen, maar vooral van het hele leven eromheen wat met momenten ook heel leuk en avontuurlijk was. Ik viel echt tussen wal en schip. Ik wist dat ik niet op het schip kon blijven want dat zou vroeg of laat gaan zinken, maar ik wist ook dat ik nog heel ver moest zwemmen om aan wal te komen.
Vroeg herstel was misschien nog wel een heftigere rollercoaster dan volop in gebruik verkeren. Er waren dagen bij dat ik het niet eens kon opbrengen om de afvalcontainer aan de straat te zetten, andere dagen kon ik de hele wereld aan en was ik overweldigd van euforie. Emoties kwamen ineens tig keer intenser binnen nu ik het niet meer onderdrukte, en ik wist totaal niet hoe ik ermee moest dealen. Tijdens die zwaarmoedige dagen was er echt geen ruimte om te beseffen dat ik daar gewoon doorheen moest. Het zou nooit beter worden, het was compleet uitzichtloos als ik mijn eigen hoofd moest geloven. Je kan wel zeggen dat ik met periodes echt depressief was. Ik zag dan nergens meer het nut van in: Mijn hele leven kon me gestolen worden, het interesseerde me echt geen zak meer als het afgelopen zou zijn. In mijn brein gebeurde er natuurlijk van alles. Mijn natuurlijke dopamine-aanmaak was compleet naar de haaien door jarenlang bovenmatig gebruik, en doordat elk weekend de ketting eraf ging had mijn brein ook geen tijd om dat te herstellen. En die weekenden (Lees: destructie) duurden steeds langer. Helemaal aan het einde van mijn "carrière" duurden de weekenden zelfs langer dan de hele week, hoe dan?
De tijd heelt, deels ja. Maar op de bank zitten wachten tot het beter werd, ging het zeker niet goed van komen. Ik moest gewoon keihard aan de bak met mezelf, anders zou ik op den duur uit ellende geen betere optie meer weten dan keihard terugvallen. En dat gebeurde ook. Ik vroeg mezelf 4 maanden lang iedere dag af of ik ooit wel weer een keer een baco’tje kon drinken. Dus dat was een kwestie van tijd tot ik dat moest gaan proberen. Ik zal jullie de details besparen, maar dat eerste alcoholische goedje transformeerde mij al vrij snel in een wijd openstaande kliko. En voor de mensen die er geen ervaring mee hebben: Een terugval gaat vaak dubbel zo hard dan je laatste keer. Schuld en schaamte is groot op dat moment en dat wil je niet voelen, dus dan blijven er maar drie opties over: Verdoven, verdoven of verdoven. Mezelf zover mogelijk verwijderen van de harde realiteit die vroeg of laat onvermijdelijk was. Gelukkig kreeg ik na een ronde van ongeveer 16 uur weer een helder momentje en ben ik maar weer gaan bellen naar de mensen die er voor me waren in die tijd als ik hulp nodig had. En dat had ik. Ik was geëindigd in m’n eentje in een Hotel in de buurt van Utrecht, en ze moesten me met twee man op komen halen omdat ik zelf natuurlijk niet meer naar huis kon rijden. Ik kon er overigens ook al niet naartoe rijden, maar die woorden kwamen een paar uur daarvoor nog niet voor in mijn vocabulaire. Nog zo leip als een kanarie ben ik met kilo’s lood in mijn schoenen naar huis gegaan om te ontnuchteren en daar kwam het besef dat ik de fles maar beter kon laten staan in het vervolg. Ik was ineens heel bereidwillig. Wel nog even door de schuld en schaamte heen want die ging ik nu niet meer onderdrukken. De nazorg opgebeld dat ik was teruggevallen en na overleg kreeg ik te horen dat ik mocht blijven komen zonder detox, op voorwaarde dat ik niet één sessie meer zou missen de overige 7 maanden. Van m’n ouders kreeg ik nog één kans anders stond ik op straat. En terecht.
Gelukkig maakte ik snel stappen, alhoewel het voor mijn gevoel voor geen meter opschoot. Maar zoals een wijs man ooit zei: “We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them”. Met andere woorden: Ik moest niet alles geloven wat ik dacht, eigenlijk bijna niets wat ik dacht want ik had er weer eens een aardige bende van gemaakt in mijn bovenkamer. De periode daarna was een hele zware rit van emoties, met stemmingswisselingen die van manie naar depressie gingen en andersom. En elke keer als het even lekker ging, vroeg ik me al af wanneer de volgende mentale crash ging komen. Langzaam maar zeker werd het stabieler, door elke dag maar te blijven doen wat me geadviseerd werd: In verbinding blijven, therapie volgen, delen over wat er in me omging, en plekken en mensen vermijden die teveel triggeren. Openheid, eerlijkheid en bereidwilligheid gingen als een mantra door m’n hoofd. Om hulp vragen, controle loslaten, en me kwetsbaar opstellen waren mijn grootste uitdagingen destijds, en juist dát was nodig om clean te blijven. Dagen werden weken, weken werden maanden. Maar het leek wel of de tijd stilstond.
Langzaamaan werd het leven draaglijker en begon ik weer plezier te vinden in het leven, zelfs in m’n werk. Er kwam weer voldoening uit andere, soms nieuwe dingen: Sporten, muziek maken, schrijven. En ik kon de kleine stappen die ik maakte steeds beter zien en herkennen. Achteraf was die terugval gewoon nodig om me te realiseren dat ik moest stoppen met alle middelen om te kunnen herstellen. Als ik toen niet terugviel, bleef de vraag of ik het ooit nog eens zou kunnen altijd in m’n hoofd rondspoken, en dat is uiteindelijk ook geen vrijheid.
Tegenwoordig gaat het allemaal bijna vanzelf omdat ik me in het diepste van m’n zijn realiseer dat een leven in gebruik geen optie meer voor mij is. Het past niet meer in mijn levensstijl en ik heb het ook echt niet meer nodig. Ik zou ook niet weten waar ik nog voor zou moeten vluchten. Ik kan me de laatste keer dat ik een discussie met mezelf had over wel of niet gebruiken niet eens meer herinneren. Ik ben inmiddels op een punt gekomen dat zelfs áls ik terug zou vallen, ik vrij snel weer terug in herstel zou komen omdat ik weet hoe fijn een leven in herstel is; zonder middelen en alle ellende die ermee gepaard gaat: Obsessief dwangmatig gedrag, liegen, bedriegen, manipuleren, mensen waar ik veel van hou kwetsen en schade aanrichten. Maar bovenal zou ik vooral mezelf schade toebrengen: Mentaal, fysiek, spiritueel en financieel. Ik weet vandaag de dag wie ik ben en dat is heel wat waard. Ik heb ergens nog wel een kronkeltje maar dat mag er zijn, houdt de boel ook een beetje kleurrijk: Er zijn al “normale” mensen genoeg. Door de jaren heen heb ik van mezelf leren houden met alle goede en slechte kanten. En ik kan alles in het leven doen wat een “normaal” mens ook kan behalve gebruiken: ik kán het niet meer maar ik wíl het ook niet meer. Ik ga nog geregeld naar festivals en wat er om me heen gebeurt doet me niks meer. Maar dat wil niet zeggen dat ik denk dat ik het me ooit nog wel een keer kan veroorloven. Dat is het niet waard. Ik ben die handrem ooit ergens kwijtgeraakt en die ga ik nooit meer terugvinden. Ik had het niet willen missen, maar genoeg is genoeg. En ik weet dat als ik die eerste weer op zou pakken het nooit genoeg is.
Maar goed, deze blog heb ik niet geschreven om mezelf de hemel in te prijzen of om bevestiging uit te lokken over hoe goed ik het allemaal wel niet doe, want dat hoor ik (tot vervelends toe) al vaak genoeg en die bevestiging kan ik mezelf ook wel geven. Waar het mij om gaat is dat langdurig herstel gezien mag worden, zodat mensen (andere verslaafden en naasten) zien dat het dus wél mogelijk is. Tegelijkertijd zit er ook een keerzijde aan die mogelijkheid: het is in mijn ogen namelijk een kwestie van willen, niet kúnnen. Ik geloof dat iedereen het kan, de wil moet echter wel groot genoeg zijn. En als de échte bereidwilligheid er niet is, ben je blijkbaar nog niet diep genoeg gegaan. Zo zie ik dat. En wat is diep genoeg? Helaas is dat voor niemand hetzelfde. Bij sommigen heb ik ‘t idee dat ze geen bodem hebben. Ik heb er in de loop der jaren heel veel zien komen, maar nog meer zien gaan. En enkelen ook écht zien gaan, die spijtig genoeg het leven gelaten hebben. En dat is keihard, maar wel wat verslaving teweeg kan brengen. Mensen mogen mij levenslang bellen voor hulp, wie dan ook. Maar als ze niet écht willen heb ik dat meestal binnen 5 minuten in de gaten en dan mogen ze terugkomen als ze het wél echt willen. Anders is het echt verspilde energie, zowel voor mij als degene die aanklopt. Eigenlijk is dat met alles in het leven: Hoe graag je iets wilt zal duidelijk worden aan de acties die je eraan verbindt, en dan vooral als het even tegenzit. In het geval van een verslaving te boven komen kleeft er nog een essentieel ding aan: Als iemand niet écht wil veranderen of alleen op zijn of haar manier, kan het een pad van destructie achterlaten, voor hem of haar en de mensen eromheen. Iemand proberen te helpen in verslaving die niet geholpen wil worden is het probleem in stand houden. Ik ben hier in de loop der jaren wel wat harder in geworden. Iemand die nog volop in z’n verslaving zit kan namelijk alles uit de kast halen om het hele circus te laten voortduren. Het is ongekend hoe ver die waanzin en destructie kan gaan en daar heb ik honderden voorbeelden van. En dit kan een hele vervelende nasleep krijgen als je geen duidelijke grenzen stelt als naaste. Dat is ook het enige wat een naaste kan doen, hoe moeilijk dat ook is. Maar dat is in mijn beleving wel de enige wijze waarop je iemand in verslaving confronteert met zijn eigen gedrag. Anders schiet je al heel snel in verwijten en dan stuit je enkel op weerstand of je laat je leiden door manipulaties. Je kunt door duidelijke grenzen te stellen een eventuele bijdrage leveren aan een keerpunt, maar alleen hij of zij kan uiteindelijk de bodem hard genoeg aantikken en de keuze maken om het anders te gaan doen.